Opgepakt in Velsen-Noord. Jan, Nelis en Dirk stonden in hun zondagse pak in de kamer om naar de kerk te gaan. De Duitsers stapten tegelijk voor en achter het huis binnen en zeiden “Alle drei mitkommen”. 4e broer Piet was pas getrouwd en woonde niet meer thuis, daarom ontkomen aan de Razzia. Jan vraagt zich af waarom niemand gewaarschuwd heeft voor de naderende Razzia. Op zaterdag was de trein al uitgerangeerd op het Station Beverwijk. Zijn broer Dirk en zijn zwager Ben Albers zijn uit Amersfoort vrijgelaten. Aankomst in Braunschweig. Toen zij aankwamen in Mascherode hield de heer Helmke, een grote partijbons met hakenkruis op zijn pak, een toespraak. De Duitse burgers mochten niet met hen praten. Ze werden als Politiek häftling (gevangene) beschouwd. Ze kregen een Rode balk op hun gevangenen pak. Het kamp lag volgens Jan vlakbij het Ziekenhuis en de kazerne zoals op de kaart op de website aangegeven. Vlakbij het ziekenhuis stond een enorm luchtafweergeschut van 3 of 4 kanonnen, een z.g. FLAK. Dit is de afkorting van FLugzeugAbwehrKanone.
De Commandant van het Lager was: Klems De ondercommandant was Strauch. Gruppenführer 1 Walter Koch hier viel Jan Schavemaker onder. Gruppenführer 2 Erik Siemens Gruppenführer 3 Theo Koelman
Post van en naar huis. Vanuit het Lager Mascherode konden de jongens geen post verzenden. Dit was wel mogelijk van Walbeck, Grasleben en Wefelingen. Af en toe stond een Hollander onder het spoorviaduct tussen de peilers. Als de jongens voorbij marcheerden op weg van het kamp naar Büssing konden ze hem soms een brief voor thuis afgeven. Braunschweig werken bij Büssing.. Bij Büssing was Helmke de “Angestelter” door de Nationaal Socialistische Partij. Hij had een bruin pak aan en stond boven de directie. Helmke is degene die opdracht gaf de 18 polen, die aardappelen gestolen hadden, op te hangen aan de balken in de fabriek. Hierbij werden de dwangarbeiders waaronder de groep Hollanders verplicht toe te kijken. Zie het verslag in het boek van Harm Reinders “Aanslag en Represaille”. Meine Postma had een paspoort en was met verlof uit Duitsland op 16 april 1944 maar werd toch opgepakt. Meine behoorde, net als zijn broer Jan, tot de groep die naar Schkopau moest. Meine is echter in Braunschweig uit de trein gestapt met de groep jongens met namen S t/m Z. In Braunschweig mocht hij meteen vrij. Meine die kapper van beroep was had contacten in Duitsland, waarschijnlijk uit de tijd dat hij in Duitsland werkte voordat hij met verlof naar Nederland kwam. Bij het bombardement op 3 maart 1945 werden ook de Büssing fabrieken geraakt. Meine kreeg een DIN-Balk op zijn hoofd en was waarschijnlijk direct dood. Samen met Toon Tervoort heeft Jan Schavemaker Meine onder de balk vandaan gehaald en begraven op het kerkhof van de Nikolai kerk. Volgens Jan begraven 8 meter vanuit een boom. Meine is volgens het OGS herbegraven op het Nederlands ereveld te Hannover vak D Nr. 24. Op de zolder bij Büssing was de “Geheim Abteilung” gehuisvest. Volgens Jan werden hier geschutkoepels voor de vliegtuigen gemaakt. De toegang was streng verboden voor alle Hollanders inclusief de brandweer. Jan werkte op de afdeling wahren abnahme hij moest wagons laden en lossen. Kees Zuurbier zat ook in Mascherode en werkte bij de brandweer van de Büssing fabriek. Op zondagmiddag werd Jan met Ton Tervoort opgehaald uit het Lager Mascherode en naar de brandweergarage gebracht. Daar waren allemaal Nederlanders als brandweer aangesteld.. Bij de Brandweer van Büssing was Alwin Schülze de commandant. Op het getekende plaatje op de website “Büssing fabriek in 1924” is links, tegenover de tuin van de villa van Büssing “Tor 5” te zien. Achter deze deur stond de brandweerwagen van de Firma Büssing die duidelijk uit Nederland kwam, oorlogsbuit? Op een zondagmiddag moest Jan wachtlopen in de tuin van Büssing. Er stond een soort tennishuisje. In dat tennishuisje ontdekte Jan Kees Zuurbier die zich daar verstopt had. Hij zij dat hij gevlucht was. Kees was gewond aan zijn been. Jan beet hem toe “Wat doe jij hier, zodirect worden wij neergeschoten omdat jij weggelopen bent”. Regelmatig moesten de jongens van de brandweer de koolzuursneeuw blussers controleren. Bij deze controle werden ze weer op de juiste druk gebracht. In de dagen daarna lieten de jongens ze weer stiekem en onhoorbaar leeglopen zodat ze bij brand niet zouden werken. De Duitse Wehrmacht had een wagen met brood voor Tor 5 van de brandweer geparkeerd. De jongens hebben het brood gestolen en tussen de balken van het dak van de brandweergarage waarin ze ook sliepen verstopt. Door gebrek aan metaal werden de cabines van de vrachtwagens gemaakt van hout. Als opslagruimte werd een deel van de tuin van de villa van Büssing gebruikt. Ze stonden dicht opeen gepakt. Jan en zijn maten hebben wat gras in de brand gestoken. De cabines brandden in een oogwenk want het hout was gort droog. Ze liepen terug naar de brandweer garage en begonnen “brand” te roepen. Ze moesten helpen de cabines weg te halen. Op dat moment komt er een tijgertank met daarop een grote gas generator voorbij gereden. Jan nogal luid op “Moeten ze met Ersatz materiaal de oorlog winnen?” Van een Duitser kreeg hij direct een klap in zijn nek met een schering paal en hij viel bewusteloos neer. Toen hij die avond terugkwam in de brandweerkazerne waarboven ze sliepen waarschuwde Alwin Schülze hem. “Morgen wordt je doodgeschoten” zei hij. “Hier heb je het adres van mijn moeder, ga daar naartoe en blijf daar”. Jan is naar de moeder van Alwin gegaan en is daar prima opgevangen en verzorgd. 2 a 3 dagen later werd Braunschweig bevrijd door de Amerikanen. Lopend terug naar Nederland . Met Cor Sprangers en zijn broer Nelis eerst mee naar Magdeburg met de Amerikaanse troepen en van daaruit lopend terug naar Nederland. De rest ging mee met Jan de Vries, de expediteur uit Velsen-Noord. Na 2 of 3 dagen lopen uit Magdeburg werden ze opgepakt en naar soort vliegveld gebracht. Een tijdelijk vliegveld, men had staalmatten uitgerold waarop de Dakota’s konden landen.. Ze moesten met 25 man in een Dakota. Een groep Fransen, ex krijgsgevangenen, mochten eerst. Ze stapten in de Dakota. Na het opstijgen is deze Dakota in de Weser gevallen. Jan, Nelis en Cor moesten in de volgende maar dat hebben ze geweigerd. Ze zijn hem gesmeerd en zijn van boerderij naar boerderij gelopen. Soms konden ze een paard met sjees versieren, ook hebben ze op een trekker, een Fordson, over de snelweg gereden totdat de Amerikanen hen van de snelweg stuurden. Geslapen en gegeten bij boerderijen. Jan had een pistool om zich te verdedigen en als het nodig was eten en slaapgelegenheid af te dwingen. Na 23 of 24 dagen zijn ze in Eindhoven aangekomen. In Eindhoven hebben ze zich bij de BS gemeld. (de Binnenlandse Strijdkrachten). Ze werden ondergebracht in de Philips kantine. Cor Sprangers was zo doof als een kwartel. Er werd omgeroepen of je familie in Eindhoven had. Jan vroeg het aan Cor Sprangers en deze zei ja, mijn oom. Nou zegt Jan dan zoeken we die op. Oom heette Bart van der Kolk (Wilhelmus Hendricus van der Kolk, geboren Beverwijk 11-05-1901, agent van politie) die met Hensbergen uit Beverwijk getrouwd is. Bart was adjudant van politie in Eindhoven. Hij nam Cor, Jan en Nelis gelijk mee. Ze zijn ingekwartierd bij zijn oom en tante aan de Roostenlaan 160. Deze hadden zelf 11 of 12 kinderen en ook nog 2 Canadezen in huis. Na de oorlog is oom Bart met zijn gezin naar Canada geëmigreerd. Van der Kolk moest bevrijdingsfeesten organiseren. Hij zat in de organisatie en ze moesten bloemen uit Aalsmeer halen met een autootje waarop normaliter vis gesneden werd. Cor, Jan en Nelis konden meerijden. Ze werden tot de pont bij Velsen-Noord gebracht, toen nog een trekpont over het kanaal. Jan en Nelis hun ouders waren geëvacueerd naar Hoflanderweg 248 in Beverwijk. Het laatste stukje hebben ze weer gelopen. Van enige ontvangst in Beverwijk hebben ze niets gemerkt, net zoals Adriaan Schelvis aangaf. Na de oorlog. Jan Schavemaker had met o.a. Kees de Nijs en Siem Manshanden een reünie. Ze waren van de oude groep die bij de Brandweer van Büssing in Braunschweig gezeten had. Plotseling kwam Theo Koelman binnen. Hij vroeg of de jongens een goed woordje voor hem wilden doen. Theo was zijn Nederlanderschap kwijtgeraakt bij de veroordeling voor zijn misdaden tegen de jongens tijdens de oorlog. Zoals te verwachten hebben ze hem op niet mis te verstane wijze de deur gewezen.
Genealogische gegevens.
Cor Schavemaker, Dirk Schavemaker, Jan Schavemaker en Piet Schavemaker zijn broers.
Ben Alders is de zwager van Cor, Dirk, Jan en Piet. Hij huwde na de oorlog Hendrika (Riek) Schavemaker, de zus van de mannen.
Jan huwde Anna Maria Theresia (Ann) Bok, geboren Velsen 17-01-1928, overleden Beverwijk 26-01-2012. Dochter van Richardus Bok en Anna Maria Vermeulen.
De ouders van Cor, Dirk, Jan en Piet zijn Johannes Schavemaker, geboren Wijk aan Zee en Duin 01-09-1887, overleden. Gehuwd Beverwijk 18-05-1916 met Anna Cornelia Hellingman, geboren Amsterdam 31-08-1892, overleden. |