Op 16 april 1944 werden van hier 486 jongemannen door de bezetter weggevoerd van wie velen nooit zijn teruggekeerd.

Vorige persoon (P. Dekker) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J.W. Detmar)
hart

2 personen hebben Wim Delleman in hun hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Wim Delleman
Voornamen:Johan Willem
 
Geboren:Zaterdag 3 Maart 1923 te Den Bosch
Overleden: Dinsdag 8 November 2011 te Brugge, België
Begraven: te Driehuis Westerveld
 
Adres:Duinvlietstraat21
Woonplaats:Velsen-Noord
 
Overlijdensbericht Prof. Dr. J.W. Delleman. Bron www.online-familieberichten.nl CV Prof Dr. J.W. Delleman. Bron: Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. J.W. Delleman. Bron: www.ntvg.nl Fragebogen Polizeipräsidium Leipzig 10-01-1946. Bron: ITS71950276 Fragebogen Polizeipräsidium Leipzig 10-01-1946. Bron: ITS71950275 De in 1886 opgerichte fabriek van de Gebr. Wetzel in Leipzig Plagwitz
 
Opgepakt bij de Razzia in Beverwijk en Velsen van 16 april 1944 in de Duinvlietstraat21, Velsen-Noord.
 
Op zondag 16 april 1944 rond 13:00 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene.
Beroep:Analist
Gevangenenr:455
 
Tussen 16 april 1944 en 11 augustus 1944 werden ongeveer 160 gegijzelden vrijgelaten
Wim Delleman is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Schkopau, GemeinschaftsLager
 
Werkplekken in duitsland:
Plaats, plek: Schkopau, Buna Werke
Plaats, plek: Leuna, Leuna Werke
Plaats, plek: Leipzig Plagwitz, Gebr. Wetzel
Plaats, plek: Werkte op 16 april 1944 bij Hoogovens IJmuiden, gemeente Velsen
 
Persoonlijk verhaal:
 

 

Wim werkte als laborant op de Hoogovens. Hij was een van de 111 Hoogoven medewerkers die bij de Razzia van 16 april 1944 gearresteerd werd en afgevoerd is naar Kamp Amersfoort. Zie voor totaallijst Hoogovens IJmuiden

Wim werd vanuit het met prikkeldraad afgesloten kamp in Schkopau tewerkgesteld bij de bedrijven in de buurt, de Buna en de Leuna. Op 29 december 1944 werd hij "vrij arbeider" dat wil zeggen dat hij tewerkgesteld werd bij een bedrijf, Gebr. Wetzel in Leipzig Plagwitz. Naar huis reizen was verboden. In hun vrije tijd mochten de mannen in een straal van slechts enige km's van hun woonbarak verblijven.

Een "collega" bij de Firma Wetzel van hem was Henk Drent.

 

Prof. Dr. h.c. J.W. Delleman (1923-2011)

Wegbereider voor de moderne Nederlandse ophthalmogenetica

In memoriam 31-01-2012 Prof.dr. A.A.B. Bergen, dr. M.J. van Schooneveld en prof.dr. M.F. Niermeijer

De grondlegger van de oogheelkundige genetica in Nederland was Dr. P.J. Waardenburg (1886-1979) die vanuit een perifere oogartspraktijk complexe erfelijke oogaanlegstoornissen internationaal publiceerde. Een academische plaats voor vastleggen en bewaren van klinische, familie- en genetische gegevens samen met lichaamsmateriaal ontstaat pas in 1972, als J. Wim Delleman, oogarts-geneticus, hoofd wordt van de afdeling Ophthalmogenetica van het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut (IOI), later onderdeel van Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW-NIN).

Delleman was vroeg geïnspireerd door Darwin’s evolutieleer. Een studie biologie leek zinloos, nadat hij begin 1944 in een Duits dwangarbeiderskamp belandde. Geneeskunde werd toen de enige relevante na-oorlogse keuze. Zijn scherpe waarnemingsvermogen van totaliteit en detail hielpen hem zowel te overleven in het kamp als bommen onschadelijk te maken. Een assistentschap op de afdeling Anthropobiologie (later: Antropogenetica van de UvA en Klinische Genetica van het AMC) inspireerde hem tot de keuze van het oog als het ‘moeilijkste zintuig’.

Na in deeltijd te zijn opgeleid bij prof.dr. A. Hagedoorn (afd. Oogheelkunde van het Wihelmina Gasthuis, het latere AMC), ging hij de noodzakelijke brugfunctie vervullen tussen de klinische diagnostiek en erfelijkheidsadvisering enerzijds en de snel ontwikkelende onderzoeksaspecten anderzijds. De multidimensionaliteit van de problematiek van de visueel en vaak anderszins gehandicapte stond bij hem centraal. Een uiterst heldere presentatie, goed gedoseerde humor en bewustzijn van de betekenis van sociale omstandigheden van patiënten waren hem aangeboren.

Hij ontwikkelde een klinisch genetisch digitaal documentatiesysteem waaruit artsen, families en onderzoekers generaties lang zouden kunnen putten. Vooral moleculair genetici begrepen die kansen en konden zo een snelle start maken om ziektegenen te identificeren. Er zijn nu sterke researchgroepen in de UMC’s van Amsterdam, Nijmegen, Leiden en Rotterdam. De door hem verzamelde beloopsgegevens van ziekten blijven uiterst waardevol nu de eerste klinische proeven beginnen met behandelingen op niveau van het genetische defect.

Een 33-jarig consulentschap bij de Stichting Bartiméus in Zeist, waar hij talloze patiënten en families met complexe visus- en andere functionele beperkingen onderzocht, gaf hem een unieke mogelijkheid voor klinisch onderwijs en opleiding.

Een aantal promovendi werden door hem ondersteund. Zijn publicaties tussen 1950 en 1998 lijken bescheiden in aantal, maar omvatten enkele veelgeciteerde ‘klassiekers’ zoals over het waardenburgsyndroom, waarbij 6 verschillende genen betrokken bleken. Ook van het door hem en medewerkers gedefinieerde Peters Plus syndroom maakte hij – soms na tientallen jaren geduld – de genetische ontrafeling mee. Andere syndromen zijn zo helder beschreven dat ze een blijvende uitdaging blijken voor het fundamentele onderzoek.

Zijn eigen loopbaan werd altijd achtergesteld door zijn klinische inzet. Op initiatief van de Stichting Bartiméus verleende de UvA hem een eredoctoraat in 1984. Kort daarop werd hij daar bijzonder hoogleraar in de klinische Ophthalmogenetica. Hij werd tevens onderscheiden als Officier in de Orde van Oranje-Nassau (1988) en een ere-lidmaatschap van de Nederlandse Vereniging voor Humane Genetica (destijds de Nederlandse Vereniging Anthropogenetica).

Dat de patiënt en familie centraal moeten blijven, herinneren sommige collega’s zich. Op het Wereld Congres Humane Genetica in Mexico City in 1975 werden ze door Delleman meegenomen voor een ‘Grand Round’ in de sloppenwijk. Hij kende alle aspecten van ‘imprinting’.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:B787

Aanvulling op bovenstaande:

Wim volgde de Rijks Hoogere Burgerschool in Velsen. In juli 1942 werd hij bevorderd van de 4e naar de 5e klas. In 1959 slaagde hij voor zijn Doctoraal Geneeskunde aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam.

 

Genealogische gegevens:

Wim huwde Velsen 06-07-1956 Marianne Markerink, geboren Velsen 20-11-1922, overleden 26-12-2014. Begraven Driehuis Westerveld. Dochter van Egbert Markerink en Adrina Clasina Elisabeth Punselie.

De ouders van Wim zijn Pieter Jacob Delleman, geboren 's-Hertogenbosch 28-03-1900, overleden 01-07-1987. Huwde Aagina Antina Dik, geboren Finsterwolde 29-11-1899, overleden 16-09-1980.


Vorige persoon (P. Dekker) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J.W. Detmar)