Op 16 april 1944 werden van hier 486 jongemannen door de bezetter weggevoerd van wie velen nooit zijn teruggekeerd.

Vorige persoon (J. Stellingwerf) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (P. Stet)
hart

Herdenk Mattheus Johannes Sterk door hem in uw hart te sluiten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Mattheus Johannes Sterk
 
Geboren:Vrijdag 8 Augustus 1924 te Beverwijk
Overleden: Woensdag 7 Maart 2007 te Brunssum
 
Adres:Breestraat124
Woonplaats:Beverwijk
 
Benoeming tot commisaris van politie. Bron Limburgsch Dagblad van 24 maart 1979. Arbeidsongeschiktheidskaart van Mattheus Sterk. Bron: AOK-Versichertenkartei Stadtarchiv Braunschweig. Arbeidsongeschiktheidskaart van Mattheus Sterk. Bron: AOK-Versichertenkartei Stadtarchiv Braunschweig.
 
Opgepakt bij de Razzia in Beverwijk en Velsen van 16 april 1944: Watervlietstraat, Velsen-Noord.
 
Op zondag 16 april 1944 rond 13:00 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene.
Beroep:Kontorist
Gevangenenr:814
 
Tussen 16 april 1944 en 11 augustus 1944 werden ongeveer 160 gegijzelden vrijgelaten
Mattheus Johannes Sterk is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Braunschweig, Mascherode
Plaats, kamp: Walbeck, Tentenkamp later barakken
Plaats, kamp: Walbeck, Café Lauenroth en Behrens
 
Werkplekken in duitsland:
Plaats, plek: Grasleben, Büssing Bovengronds
 
Mattheus Johannes Sterk is teruggekeerd: 1945
 
Persoonlijk verhaal:
 

 

In maart 2005 belde ik met Mattheus en hij vertelde het volgende: hij zat vlak voor zijn eindexamen HBS toen hij opgepakt werd. Hij heeft het examen nooit kunnen doen. Door een goed Paas rapport heeft hij toch zijn diploma gekregen.

Zit uit zijn hoofd te vertellen. Hij heeft een brief opgesteld om tegemoetkoming te krijgen.
Het PDA was bar slecht. Je barstte van de luizen, je werd er door uit het bed gedragen.

Mattheus logeerde bij zijn oom en tante in de Watervlietstraat. Deze waren naar de kerk. Zijn tante was een zuster van zijn moederskant. Zijn oom werkte in de bakkerij.
Hij werd om 07:30 van zijn bed gelicht door een Duitse militair. Klaarblijkelijk hadden de Duitsers een loper bij zich want ze stonden zo in zijn slaapkamer. Hij kreeg nog even de tijd om zich aan te kleden en werd zo op straat gezet. De hele straat stond vol met Duitse militairen ze werden naar de bioscoop gebracht. Zonder eten of drinken hebben ze de tijd in de bioscoop doorgebracht. Ze zijn lopend naar het station gegaan. Daar in goederen wagens gezet die naar het PDA gingen.

In Amersfoort hebben ze een brief moeten ondertekenen die naar huis gestuurd werd. Daar stond in dat ze naar Duitsland getransporteerd zouden worden. Het thuisfront werd gevraagd een koffer met kleding te sturen. De koffer die gebracht werd was een zware houten koffer met een handvat van een meubel met daaronder een hangslot. Bij het transport op 7 juli van het Kamp naar het station in Amersfoort is hij de koffer kwijtgeraakt omdat de koffer veel te zwaar en onhandelbaar was. De Duitsers schopten de koffer aan de kant.

De transporten gingen ‘s-nachts. Ze hebben ons in een andere barak, dan de barak waar we sliepen, geperst met de hele groep. Daar de hele dag moeten blijven zonder eten of drinken. Het was een warme dag. Ze waren niets meer waard omdat ze de hele dag opgesloten en van de buitenlucht afgesloten hadden gezeten. Op deze wijze werden ze afgemat en murw gemaakt. Daarna werden ze op transport gesteld.

Bij het vertrek kreeg hij een klap in zijn gezicht van Kotälla omdat hij een handdoek om zijn hoofd had geslagen. Kotälla dacht dat hij deze handdoek uit het Kamp gestolen had.
De beulen van het kamp waren over het algemeen Nederlanders.
Ellendige tijd meegemaakt in Amersfoort

Hij heeft geen bewaker gezien in trein naar Braunschweig.
Vrij gunstig terecht gekomen in Duitsland. Ze kwamen als eerste in Braunschweig aan. Toen sloeg ons de schrik om het hart omdat alles plat lag. We dachten dat zullen we wel moeten opknappen.

Na aankomst bij een busonderneming die zich toelegde op vliegtuigmotoren hebben de groep een paar dagen vastgehouden, te eten gegeven en gefotografeerd en toen verdeeld. Zijn groep is in Grasleben terechtgekomen.Ze zijn terecht gekomen in fabriek waar onderdelen voor Duitse vliegtuigen gemaakt werd. De helft van de mensen zat ondergronds. Mattheus is bovengronds terechtgekomen in een oude hal waar voorheen zout werd opgeslagen. Hij moest gegoten vliegtuigmotorblokken klaar maken voor verdere montage door frezen en boren etc. etc. Mattheus had 2 linker handen hij had nog nooit fabriek gezien.
Onderleiding van aantal Duitsers die uit de oorlog kwamen, de één was mank de ander had één oog, oorlogslachtoffers die ons moesten controleren of we ons werk deden.

Duitsers die niet meer als soldaat konden werken werden daar tewerkgesteld als Einrichter.
“Machine instellers” De jongens moesten zorgen dat de machines bleven lopen. Je kon er heel wat aan kapot maken. Zo probeerden ze tegen te werken. Er waren prettige Duitsers en fanatieke Duitsers bij.

Ze zaten in Grasleben. Ze sliepen in een tent waar ze verrekten van de kou.
Van opzetten van een volledig kamp was nauwelijks sprake, er waren geen voorzieningen.
Onder leiding van een oude Duitser werden ze naar de fabriek gebracht. Het was een pas opgezette fabriek. Ouwe zoutmijn waar geen grote machines naar beneden konden. Boven in de zoutopslag hal stonden grote machines. Hij werkte samen met Dick Smit die woonde toen in Strick van Linschotenstraat.

Na de tent in Grasleben zijn ze ingekwartierd in een bovenzaal bij cafe Lauenroth.
Bier was er niet in die tijd er was een soort vliegerbier.
Er was een korte tijd dat er geen bewaking meer was.
Ze moesten 12 uur per dag werken.
De “Bergschutz” (bewaking) zag het ook niet meer zitten. Ze vonden het allemaal best.

Een groep vanuit Braunschweig is bij boeren terechtgekomen. Zij hebben het redelijk goed gehad. Ze hadden geen gebrek aan eten. In de fabriek hebben ze nog redelijk te eten gehad in vergelijking tot het PDA Er zijn ook mensen bij de Herman Göring werken terecht gekomen die hebben het slecht gehad.

Na bevrijding door Amerikanen hebben ze met een groep een vrachtwagen in beslag genomen en op een vliegveld hebben ze olie in vaten gevonden en meegenomen. Schelvis heeft hen gereden totdat ze door de Britse soldaten tegengehouden werden. Ze werden naar een plaats in de buurt van Nijmegen gebracht. Daar zijn een aantal gedesinfecteerd in verband met de luizen. Sterk mocht niet naar huis omdat noord Nederland niet bevrijd was. Hij is terecht gekomen in Valkenswaard totdat Beverwijk bereikbaar was. Konden niet boven de rivieren komen. Van een feestelijke ontvangst in Beverwijk was geen sprake

 

Mattheus heeft bij Büssing Flumo in Grasleben gewerkt van 8 juli 1944 tot de dag van overgave van de stad Braunschweig op 12 april 1945. Hij woonde in het Lager in Walbeck en na verloop van tijd bij Lauenroth. Van 8 december 1944 tot 16 maart 1945 werd hij door dokter Walberk? behandeld voor een kwaal. Bron: de op 23-11-2020 ontvangen scans van de ziekenfondskaarten uit de AOK-Versichertenkartei van het Stadtarchiv Braunschweig.

 

Genealogische gegevens.

Mattheus huwde ’s-Hertogenbosch 21-11-1953 Theodora Engelberta Maria Kerstel, geboren ’s-Hertogenbosch 07-05-1927.

Hij was van 1960 tot aan zijn pensionering in 1984 korpschef en commisaris van politie in Hoensbroek en Brunssum.

De ouders van Mattheus zijn Henricus Joachim Franciscus Sterk, geboren Dokkum 02-04-1899, overleden 01-05-1998. Gehuwd Beverwijk 25-09-1923 met Gezina (Sien) Lammers, geboren Molenrij gemeente Kloosterburen 05-03-1899, overleden 26-04-1979.


Vorige persoon (J. Stellingwerf) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (P. Stet)