Op 16 april 1944 werden van hier 486 jongemannen door de bezetter weggevoerd van wie velen nooit zijn teruggekeerd.

Vorige persoon (Th. J. Kolk) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (M.J. Kooi)
hart

Een persoon heeft Aad Kommer in het hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Aad Kommer
Voornamen:Adriaan Johannis
 
Geboren:Woensdag 28 November 1923 te Brouwershaven
Overleden: Zaterdag 27 Juli 2019 te Heemskerk
 
Adres:Koningstraat 108
Woonplaats:Beverwijk
 
Anmeldung Lippendorf 72 Aad Kommer Aad Kommer in Naumburg Aad Kommer en Lammert Lubach met een Nederlander in Engelse krijgsdienst Stadsplattegrond Naumburg Schets van het kamp De Kippe. Gemaakt door Aad Kommer op 30 maart 2005. Overlijdensbericht GH Kommer - Aardenburg. Bron: Heemskerkse Courant 26-09-2019.
 
Opgepakt bij de Razzia in Beverwijk en Velsen van 16 april 1944: Arendsweg 50, Beverwijk.
 
Op zondag 16 april 1944 rond 13:00 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene.
Beroep:Elektriker
Gevangenenr:447
 
Tussen 16 april 1944 en 11 augustus 1944 werden ongeveer 160 gegijzelden vrijgelaten
Aad Kommer is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Schkopau, GemeinschaftsLager
Plaats, kamp: Lippendorf, De Kippe
Plaats, kamp: Peres, Alpenrose
 
Werkplekken in duitsland:
Plaats, plek: Böhlen / Lippendorf, BRABAG en de A.S.W.
 
Aad Kommer is teruggekeerd: Juni 1945
 
Persoonlijk verhaal:
 

Aad is in 1943 bij de Arbeidsinzet in Berlijn geweest. Teruggekomen in Nederland is hij ondergedoken en bij de Razzia opgepakt. Hij was niet bij zijn ouders, die woonden aan de Koningstraat waar de Duitse soldaten geen Razzia gehouden hebben. Aad was ondergedoken op de Arendsweg 50 vlakbij de kerk bij zijn toenmalige vriendin en werd daar van zijn bed gelicht door een Duitse soldaat "Aufstehen!". Aad vermoedt dat hij verraden is omdat de Duitsers direct door naar boven liepen waar hij sliep.

Toen ze op de Kippe aankwamen op 17 juli 1944 moesten ze zelf hun hutten bouwen. Dit waren board-kartonnen tenten, rond met een doorsnede van ongeveer 5 meter. In een kring lagen de jongens met de voeten naar het centrum waar een houten paal stond. Boven hun hoofden, tegen de wand van de tent stonden hun koffers. De Kippe is bij een enorme hoosbui een keer onderwater gelopen omdat het terrein niet naar de weg toe afliep maar een kuil vormde. Er stond ongeveer een meter water waar ze doorheen moesten waden. Niet lang daarna zijn ze verhuisd naar het kamp Alpenrose.

Op het kamp Alpenrose in Peres zaten hulpverleners van de luchtbeveiliging. De hulpverleners gingen weg omdat het daar te gevaarlijk was vanwege de vele bommen die naast hun doel vielen, de BRABAG en de A.S.W. in Böhlen. Bij bombardementen op fabrieken in Duitsland trof ongeveer 10 procent van de bommen daadwerkelijk de fabriek of het fabrieksterrein. 90% van de bommen viel tot 4 kilometer of meer van de fabriek.

Aad vertelde de Duitsers dat hij electriciën was in de hoop een betere werkplek te krijgen. De Duitsers zagen er wel wat in en zeiden hem mee te komen. Hij werd geplaatst als opperman (stenen en cement sjouwen) in een groep metselaars die de gaten in de muren moest repareren.

Tijdens hun werkzaamheden bij de Algemeine Sächsische Werke in Böhlen kwam er regelmatig alarm voor bombardementen. Van 16 augustus 1944 tot 21 maart 1945 werden er bij 10 bombardementen in totaal 7150 bommen afgeworpen op de ASW en de Brabag. (Zie blad 1 van Effectiv onder kampen “Alpenrose” )

Aad en de overige Nederlanders hebben geluk gehad. Elias de Bie had dat niet, op 11 september 1944 werd hij gedood bij een bombardement. Hij was niet op de fabriek maar in het kamp Alpenrose in Peres ongeveer 4 kilometer Westelijk van de fabriek.

Op een keer, in de tijd dat hij opperman was, zijn ze met een paar jongens piepers gaan jatten. Dat dat niet ongevaarlijk was bewijst het doodschieten van Hendrik van der Aar toen hij op 14 november in de buurt van Kamp Alpenrose piepers organiseerde (jatten).
De jongens gingen de piepers poffen in een barak waar een kacheltje stond. De Duitsers stuurden hun uit de Barak weg. Even later kwam er bom alarm. Na het bombardement bleek de barak volledig in puin te liggen!

Op het terrein van de Brabag stonden grote betonnen silo’s waarin de Bruinkool opgeslagen was. Onder de silo’s was een ruimte die vaak gebruikt werd om te schuilen voor bombardementen. Bij één van de bombardementen was Aad met een aantal anderen onder deze silo’s gaan schuilen. Zoals gewoonlijk schuilden er ook Duitse arbeiders. Deze keer werden ze weggestuurd. Dwangarbeiders hoorden niet bij Duitsers te schuilen. Bij het bombardement werd een kettingbom (een serie bommen achterelkaar) afgeworpen. Deze kettingbom viel precies bovenop de bruinkool silo’s. Na het bombardement zagen de Hollanders dat ze door het oog van de naald gekropen waren. De Duitsers waren gestikt onder het Bruinkool of vermorzeld door de ingestorte silo’s.

Na één van de bombardementen gaat Aad terug naar de werkplaats waar hij een lade had in een bureau waarin zijn spullen lagen. Hij staat vreemd te kijken. Voor het bureau staat een dikke ijzeren pijp rechtop. Pas na enige ogenblikken realiseert hij zich dat er een blindganger (een niet ontplofte bom) voor het bureau staat.

Op 18 april 1945 is het kamp Alpenrose bevrijd door de Amerikanen. Aad en Lammert besloten daar niet te blijven en zijn lopend naar Elstertrebnitz gegaan, een afstand van ongeveer 10 kilometer.

In Elstertrebnitz kwamen ze een groep Engelse soldaten tegen. Lammert sprak goed Engels. Ze werden aan de burgemeester voorgesteld die hen vroeg te helpen bij de voedsel uitdeling zodat de daar aanwezige Russen niet alle voedsel voor de vrouwen en kinderen van Elstertrbnitz wegkaapten. Gedurende 10 dagen hebben Aad en Lammert daar geholpen. Ze logeerden bij een boer. Na 10 dagen kwam er een truck door het dorp waarop Hollanders zaten die Aad en Lammert vertelden dat ze naar Holland terug gingen. Aad en Lammert zijn met ze meegegaan. De truck bleek naar Naumburg te gaan, ongeveer 41 kilometer Westelijk. Naumburg was een verzamelplaats voor ex-gevangenen. Aad en Lammert hadden onderdak in een winkeltje in de Rittergasse naast het Rathaus aan de Markt. De andere jongens zaten in de "Schule" aan de Jakobsring. Ze zijn daar 3 weken gebleven.

Van Naumburg zijn ze met de trein naar Leipzig gegaan. Vandaar door naar Keulen. Bij de Rijn moesten alle passagiers de trein verlaten. De brug was niet sterk genoeg om een volle trein te dragen. Aan de overkant mochten ze weer instappen. Van Keulen zijn ze naar Valkenburg gebracht waar ze een dag of 8 gebleven zijn. Vandaar zijn ze met grote trucks van de Amerikanen via Nijmegen naar Amsterdam vervoerd. Op het CS in Amsterdam werden ze ingeschreven in een register. Daarna zijn ze doorgereden. De truck reed over de Velser spoorbrug die in die dagen voorzien was van een houten rijdek omdat de ponten niet meer vaarden. In de eerste helft van juni 1945 waren ze weer thuis.

 

Genealogische gegevens.

Aad huwde voor 1949 met Geertruida Heilkje (Truus) Aardenburg, geboren Beverwijk 03-12-1925, overleden Heemskerk 12-09-2019. Dochter van Petrus Johannes Aardenburg en Baukje Langius.

De ouders van Aad zijn Leendert Marinus Kommer, geboren Haamstede 28-10-1886, overleden. Gehuwd Heusden 16-05-1917 met Maria de Gelder, geboren Amsterdam 31-08-1896, overleden.


Vorige persoon (Th. J. Kolk) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (M.J. Kooi)