Op 16 april 1944 werden van hier 486 jongemannen door de bezetter weggevoerd van wie velen nooit zijn teruggekeerd.

Vorige persoon (C.H. Kloos) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J. Kolk)
hart

2 personen hebben Gerard Kochx in hun hart gesloten.

In het gastenboek kunt u uw persoonlijke boodschap opnemen.

Naam: Gerard Kochx
Voornamen:Hendrikus Gerardus
 
Geboren:Zaterdag 14 Juni 1919 te Beverwijk
Overleden: Maandag 20 November 1944 te Zöschen
Begraven: te Zöschen, Ehrenmal
Herbegraven: te Zöschen, Ehrenmal
 
Adres:Breestraat 53
Woonplaats:Beverwijk
 
Bidprentje van Gerard Kochx Gerard Kochx. Gerard Kochx ongeveer 22 jaar (1941 - 1942)
 
Opgepakt bij de Razzia in Beverwijk en Velsen van 16 april 1944 in de Breestraat 53, Beverwijk.
 
Op zondag 16 april 1944 rond 13:00 per trein afgevoerd naar het PDA in Amersfoort
 
In het PDA werden alle persoonsgegevens genoteerd waaronder het beroep van de gevangene.
Beroep:Kontorist
Gevangenenr:469
 
Tussen 16 april 1944 en 11 augustus 1944 werden ongeveer 160 gegijzelden vrijgelaten
Gerard Kochx is NIET vrijgelaten
 
Op 7 juli 1944 's-morgens om 02:30 uur werden de gevangenen afgemarcheerd naar het station in Amersfoort om per trein naar Duitsland vervoerd te worden.
 
Kampen in duitsland:
Plaats, kamp: Schkopau, GemeinschaftsLager
Plaats, kamp: Nietleben, Vliegveld
Plaats, kamp: Zöschen, ArbeitsErziehungsLager
 
Persoonlijk verhaal:
 

Herbegraven bij het Ehrenmal in het Park.

Op 12 mei 1948 is de doodstraf uitgesproken door de Bijzondererechtbank van Amsterdam tegen Wilhelm Gerbsch met de bijnaam "Ome Keesie".
Gerbsch was bewaker in het kamp Zöschen en heeft meerdere gevangenen zodanig met de knuppel geslagen dat zij gestorven zijn. Ook Gerard Kochx was één van zijn slachtoffers. Nadat Gerbsch hem geslagen had zei Gerbsch tegen een andere gevangene, "leg hem maar in een doodkist, hij gaat zo wie zo dood". Later toen Gerbsch weg was hebben de Hollanders Gerard uit de doodskist gehaald. 5 dagen later is Gerard gestorven.
Zie: "Der Tod ist ein Täglicher Gast" van Martin Pabst blz. 95.

Relaas van de broer van Frans Braun, de heer J.H. Braun 15 jaar oud op het moment van de Razzia.

Razzia 16 april 1944.
Bij het uitgaan van de Agatha kerk, gonsde het van de geruchten dat de Duitsers met een Razzia waren begonnen in de omgeving van het Hofland.

Gerard is gearresteerd in of bij de Agatha kerk op de Breestraat. Onder begeleiding van een Duitser mocht hij wat kleding ophalen. Tegen zijn moeder zei hij, ik kom zo weer vrij want ik heb toch een Ausweis!
Dit waren de laatste woorden die zij van hem heeft gehoord.

Jonge jongens werden opgepakt.
Mijn twee broers, Wim en Frans, 19 en 17 jaar, renden naar huis om zich daar te verschuilen. Frans was erg bang. Hij verstopte zich, doch dat was van korte duur. Wim kroop op het platte dak. Hij haalde Frans over hem te volgen. Ook deze plek was niet veilig. Vanaf de Zeestraat was het misschien zichtbaar. De zenuwen namen toe en beide gingen met behulp van buren naar de overkant van de Dr. Schuitstraat en verstopten zich in een schuur. Mijn broer Wim vond het niet veilig genoeg. Hij ging achter de schuur liggen. Hij had geluk. De Duitsers haalden Frans en mijn neef Ben Post uit de schuur. Ze moesten voor de Duitsers uitlopen de Dr. Schuitstraat door. Mijn moeder zag dat en rende het huis uit. Ze bleef voor de Duitsers staan en smeekte om Ben en Frans te laten gaan. De Duitsers antwoordden “Bevel is Bevel” ! Volgens de soldaten zouden ze spoedig weer vrijgelaten worden. Mijn moeder geloofde dat niet. Ze bleef smeken. Het hielp echter niet.

De overvalwagen stond op de hoek Beeckzanglaan – Dr. Schuitstraat waar reeds andere jongens op de bankjes in de overvalwagen zaten.

Ik ben daar naar toe gelopen en zag veel bekende gezichten. Ze waren stil en sommige heel angstig. Hoe zou dit aflopen.

Ook de verloofde van zijn oudste zus, Gerard Kochx, was opgepakt. Gerard was de zoon van Kochx grossierderij aan de Breestraat. Volgens de Kampbewaarders had Gerard een Joods uiterlijk, wat hij ontkende te zijn. Voor deze ontkenning kreeg hij dagelijks een aantal stokslagen.

Mijn broer Frans en mijn neef Ben Post zijn naar hetzelfde kamp afgevoerd namelijk in Ammendorf. Frans was met darmklachten (buikloop) binnengebracht. De verzorging liet veel te wensen over.

In de maanden november, december werd mijn moeder ernstig ziek. Ze moest bediend worden. (Eén van de gebruiken in de Katholieke kerk. De stervende wordt voorzien van het zogenaamde Heilig Oliesel). Door de slechte voeding, en dagelijks omgaan met het feit, dat een kind je op een brute manier was afgenomen, en of hij wel weer levend terug zou komen , werd het haar teveel.

Na de bevrijding kregen mijn ouders ook het bericht dat Frans was overleden, via de Deken van de Agatha kerk en de heer van Leeuwen via het Rode Kruis. Mijn moeders reactie was “Ik wist het al” ze had al een sterk vermoeden tijdens haar ziekte opgedaan.

Ben, mijn neef is wel teruggekeerd en vertelde mij, dat dagelijks in het kamp een platte wagen kwam, om lijken op te halen. Hij heeft zijn eigen neef weggedragen.

Ik mocht dat niet aan mijn familie vertellen. Ook voor hem was dit moeilijk. Ik heb dat ook nooit gedaan.

Gerard Kochx is ook niet teruggekomen. Hij is in een ander kamp overleden (Zöschen).

Moeder en mijn zus hebben na verloop van tijd de draad weer weten op te pakken.

Nu dat je zelf een gezin hebt en kleinkinderen voel je het hele gebeuren heel anders aan. Verschrikkelijk.

J.H. Braun.

 

 

Genealogische gegevens.

De ouders van Gerard zijn Franciscus Cornelis Abraham Kochx, geboren Beverwijk 17-05-1889, overleden Beverwijk 14-05-1941. Gehuwd 's-Hertogenbosch 28-08-1916 met Clara Petronella van de Veerdonk, geboren 's-Hertogenbosch 30-12-1892, overleden Beverwijk 15-11-1983. Beide ouders zijn begraven op Duinrust te Beverwijk.

 


Vorige persoon (C.H. Kloos) | Terug naar de lijst | Volgende persoon (J. Kolk)