Beschreven door Jaap Epskamp: (Dagboek Theo Schuyt: woensdag 24 mei 1944) Op een woensdag, het was meen ik eind mei of begin juni, ging het gerucht in onze barak dat er meisjes uit Beverwijk in de nabijheid van het waren gesignaleerd. Dat gaf onrust onder ons en iedereen begaf zich naar buiten om een glimp van een eventuele bekende op te vangen. Waar de jongens samen kwamen om te kijken of ze bekende meisjes zagen was een wachttoren met een bewaker. Deze zag de gevangenen samenscholen en sloeg alarm. Er was een Beverwijkse jongen die had een zwarte hoed op. Dat had de bewaker in de wachttoren doorgegeven en die moest bij de kampleiding komen. Die kwam huilend van de pijn terug. Hij had 25 stokslagen op zijn achterwerk gekregen. Daarna moest de hele barak 3 aantreden op de appelplaats en kregen we straf exercitie van de beruchte beul Kotälla. Deze was altijd in gezelschap van zijn herdershond. Deze was afgericht om gevangenen achterna te zitten om te bijten. Zo ook deze middag toen rond de appelplaats werden voortgedreven. Als we niet snel genoeg op zijn bevelen reageerden werd de hond op ons afgestuurd. Daar waren we doodsbenauwd van dat beest. Ik liep toevallig aan de binnenkant in de eerste rij. Het was hard lopen, op de grond gaan liggen, opstaan, kikkeren en weer hardlopen. De angst gaf ons vleugels en er waren verscheidene die het niet vol konden houden en flauw vielen en stiekem door andere gevangenen die stonden te kijken naar de barak gesleept werden. Je moet je eens voorstellen op een warme zomermiddag +/- 500 jongens, 5 naast elkaar, in een lange rij de appelplaats rondhossend. De beul Kotälla in het midden als een parmantige haan rondstappend en bevelen schreeuwend. Een grote stofwolk waar de jongens liepen, op de grond lagen en kikkerden. Hoe lang of het geduurd heeft weet ik niet, naar mijn gevoel wel een uur, maar of de stofwolk te groot werd en Kotälla er zelf last van kreeg kan ik alleen naar gissen, werd de strafoefening afgeblazen en mochten we weer de barak in. Bij de ingang van de barak lag een grote stapel kleding. Deze was door de jongens tijdens de strafoefening uitgegooid omdat ze het te warm en benauwd hadden gekregen. De arme Henk Huijg die de 25 stokslagen had gekregen moest ook de hele strafoefening meemaken. Twee dagen daarna had zijn achterwerk alle kleuren van de regenboog en van slapen kwam de eerste dagen ook niet veel want hij wist niet hoe hij liggen moest. Er waren veel jongens zo overstuur dat ze huilend op bed vielen. En smerig van stof en zweet onvoorstelbaar. Andere kleding hadden we niet want we liepen nog steeds in dezelfde waar we 16 april opgepakt waren. De volgende 2 of 3 dagen nog strafappel gestaan. Na het ochtend appel moesten we blijven staan tot aan het avond appel. De kameroudsten zorgden ervoor dat we tussen de middag naar het toilet konden gaan. De keuken had gezorgd dat de gamellen met soep naar de barak waren gebracht. Onze pannetjes soep stonden klaar en die lepelden we zo gauw mogelijk naar binnen want dat moest stiekem gebeuren. Maar ook dat overleefden we.
Na aankomst in Schkopau zijn de mannen over verschillende kampen verdeeld. Waar Henk Huijg van 7 juli 1944 tot zijn vermissing is gebleven is niet bekend. In het archief van Bad Arolsen hebben we informatie aangetroffen dat Henk in een tijdelijk ziekenhuis in Schloss Trebitz/Elbe zou zijn opgenomen. Navraag bij de Heimat- und Geschichtsverein E.V. Bad Schmiedeberg OT Trebitz/Elbe leerde ons dat de documentatie van het tijdelijke ziekenhuis verdwenen of vernietigd is.
De overlijdensplaats en begraafplaats van Henk zijn onbekend.
Henk werd op 25 juli 1952, op grond van de wet van 02-06-1949, ingeschereven in het overlijdensregister van de gemeente Beverwijk met als overlijdensplaats Duitsland en de overlijdensdatum 30 april 1945.
Genealogische gegevens:
Henk huwde Beverwijk 19-06-1941 Wilhelmina (Wil) Dollé, geboren Haarlem 10-07-1917, dochter van Dirk Dollé en Wilhelmina Hendrika van den Bosch. Henk en Wil kregen twee dochters, Wil en Yvonne.
De ouders van Henk zijn: Hendrik Andreas Huijg, geboren Beverwijk 13-05-1897, overleden Beverwijk 10-07-1970. Gehuwd Beverwijk 12-06-1924 Maartje Koorn geboren Velsen 05-11-1901, overleden.
|