Over de razzia

De Kennemer van 22 september 1945 Anno 1947. Boven de 2 dubbele deuren links staat  -Bioscoop de Pont- . Op het torentje staat -Café Restataurant Hotel de Pont-. Wim de Bie in 1947. Op de achtergrond Beijerlust en het station NS met het perron vanwaar de jongens op 16 april 1944 vertrokken. Gedicht 16 april 44 door G. Bonnema. De Kennemer van zaterdag 13 april 1946. Stationsplein Beverwijk zoals het er rond de oorlog uit zag De achterzijde van het Station in Beverwijk Luchtfoto uit 1947 van de Wijkermeer met onderaan de Breestraat en het Station. Rechts de geschutsopstelling van de Duitsers Luchtfoto 13 april 1945. Velsen-Noord grotendeels gesloopt. Rechts onder het midden staat  Bioscoop De Pont. De witte vlekken zijn de ongeveer 1.000 gesloopte huizen. Uit de krant van 10 februari 1955. De sloop van Bioscoop De Pont.

De Razzia en de gevolgen.


Liquidaties door het verzet.

-   7 maart 1944, 20:00 uur, Jan van Zoelen op de hoek Groenelaan/Zeestraat te Beverwijk,

- 24 maart 1944, mislukte aanslag op Ko Langendijk op de Wijkerstraatweg in Velsen-Noord,

-   6   april 1944, in de namiddag, Willem Ritman op de Wijkerstraatweg t.h.v. de Corverslaan in Velsen-Noord,

- 14   april 1944, 20:40 uur, Speijer Jasper de Graaf op de hoek Kerkstraat/Torenstraat te Beverwijk,

Als reactie op deze liquidaties besloot de Duitse bezettingsmacht een Razzia te houden in Beverwijk en Velsen-Noord met als doel 500 jonge mannen in de leeftijd van 18 jaar tot en met 25 jaar te gijzelen en over te brengen naar kamp Amersfoort. Deze gijzelaars zouden vastgehouden worden totdat de daders van deze aanslagen zich gemeld hadden.

 Als represaille voor de aanslag op Ko Langendijk werd Johan Mol in Amsterdam op 25 maart gefusilleerd. Op 9 april kwam een Silbertanne commando naar Beverwijk om wethouder van Dok en dokter Büller te executeren. Het tweede commando ging die avond naar Velsen-Noord waar Ing. van der Lee en de heer Juckers geselecteerd waren. Wethouder van Dok en Ing. van der Lee waren niet thuis, De heer Juckers overleefde de aanslag. Dokter L.J. Büller echter werd op 9 april 1944 voor zijn huis aan de Vondellaan 22 doodgeschoten. (Bron: Bromsnor tussen de aardbeienvelden van Jan van der Linden).

Onderstaande beschrijving van Jan van der Linden o.a. uit het politiearchief.
De razzia is een gezamenlijke actie van Ordnungspolizei en de Sicherheitspolizei en staat onder leiding van Kriminal-Kommissar Albers. Samen met Willy Lages het hoofd van de SD Amsterdam en de Ortkommandantur coördineerde hij de gehele razzia vanuit de bioscoop ‘De pont’ in Velsen-Noord. Hele straten worden afgezet in Beverwijk en Velsen-Noord. Bij de huiszoekingen worden er verschillende radio’s gevonden. Sommige jongens vluchtten het palenpark in, anderen zijn onder het stro gekropen. Duitsers gingen hen achterna en schoten op het stro. De Duitsers willen weten wie de daders van de aanslag zijn. Volgens Willy Lages, hoofd van de SD Amsterdam, kwam de opdracht voor deze razzia persoonlijk van Rauter en niet op voorspraak van Van Grunsven en van de Weide (respectievelijk de burgemeester van Beverwijk en Velsen). De beide burgemeesters maken bekend dat de gijzelaars vrijkomen zodra de daders zich gemeld hebben. Nadat alle jongens verzameld waren in de bioscoopzaal van de Pont werden ze om ca. 1 uur in een lange rij naar station Beverwijk gebracht. Overvalwagens rijden achter de stoet aan. De meeste zijn in hun goede kleding. Ze lopen in de stromende regen. Sommige mensen gooiden jassen naar de gijzelaars, maar deze mochten niet aangenomen worden en werden de door de Duitsers teruggooid. Op het perron aangekomen worden de gijzelaars in dertien goederenwagons geladen. Familieleden en bekenden worden tijdens het inladen op grote afstand gehouden door Duitse militairen. Als kwart voor twee iedereen is ingestapt, weigert de machinist aanvankelijk te vertrekken. Onder druk van de Duitsers gaat hij door de knieën en vertrekt de trein. Sommige familieleden en kennissen lopen zelf met de vertrekkende trein mee langs de rails tot aan de spoorwegovergang. De trein komt om vier uur s’-middags in Amersfoort aan. Na het uitstappen moeten de gijzelaars lopen naar het even buiten Amersfoort gelegen concentratiekamp. Hier komen zij omstreeks kwart voor vijf aan en moeten gedwongen in gelid van vijf aan vijf staan in de zogenaamde rozentuin. [een apart stuk van het kamp, dat afgerasterd is met prikkeldraad.] Hier worden alle gijzelaars geregistreerd. In totaal zijn er 486 mannen opgepakt.

Onderstaande van de heer de Bie:
Op Zondagmorgen 16 april 1944 trok een groot aantal Duitse soldaten, vanuit de richting Buitenhuizen over de Wijkermeerweg Beverwijk en Velsen-Noord in. Zij sloten systematisch straten af en gingen van huis tot huis om jongens op te pakken. Met harde hand werden de jongens verzameld in de bioscoop “de Pont” in het voormalige hotel de Prins bij de pont in Velsen-Noord. Om 13:00 uur werden ze afgemarcheerd naar het station in Beverwijk in rijen van 5 gevangenen met links en rechts bij iedere rij een Duitse soldaat. Met veewagens werden ze vervoerd naar Amersfoort waar ze in de namiddag aan zijn gekomen. Daar werden ze op dezelfde wijze afgemarcheerd naar het Polizeiliches Durchganglager Amersfoort.

2 Jonge dames opgepakt tijdens de Razzia
Tot 9 april 2005 was het onbekend dat er ook 2 jonge dames opgepakt zijn bij de Razzia.
Op die dag stond er een artikel in het Dagblad Kennemerland over Roos en Suze Bruijns, 21 en 22 jaar, die op 16 april 1944 door de Duitsers opgepakt zijn. Zij woonden toen aan de Hoflanderweg.

Hun vader, Barend, was naar de vroegmis in de Agatha kerk. De Razzia had de Hoflanderweg bereikt. Hun oudste zus, die met tbc voor het raam lag, sloeg alarm. Moeder Martha raakte in paniek, dacht direct aan hun clandestine (verboden) radio in een kledingkast. Ze droeg Roos en Suze op de radio achter een schuurtje onder een hoop tuinafval te verbergen. Een Duitse soldaat, die op de uitkijk stond op de hooiberg van de familie Veldt, zag het gebeuren. Enige ogenblikken later stonden de Duitse soldaten met hun geweren in de aanslag in het huis van de familie Bruijns. Ze wilden Barend spreken, maar toen die door zus Tiny in de kerk op de hoogte werd gesteld is deze direct ondergedoken. De Duitsers hebben Roos en Suze meegenomen naar bioscoop "De Pont" waar ook de jongens naartoe gebracht werden.

Vanuit de bioscoop zijn ze naar de SicherheitsDienst, de SD, in de Euterpestraat*) in Amsterdam gebracht. Daar zijn ze verhoord en geslagen. Na 6 weken kwamen ze weer thuis.

*)
Op 18 mei 1945 al had de Euterpestraat een nieuwe naam gekregen: Gerrit van der Veenstraat (naar Gerrit Jan van der Veen, 1902-1944, beeldhouwer, verzetsman). De oude naam Euterpestraat had in de bezettingstijd een gruwelijke bijklank gekregen: de gevreesde en gehate Sicherheitsdienst (SD), waar in de oorlog het SD-kantoor van Willy Lages was gevestigd, was aan de Euterpestraat gevestigd geweest, in het gebouw van de Meisjes-HBS.

Ontkomen aan de Razzia.

Dr. Th.A.M. (Dick) van der Horst, geboren Kees Delfsweg 68 Beverwijk 19-05-1926, overleden Den Haag 29-12-2023.
Dick woonde in 1944 op Moensplein 4. Op 27-11-2019 schreef hij ons het volgende:
Zondag 16 april 1944 - Beloken Pasen. Om 8.15 verlaat ik de ouderlijke woning C.H. Moensplein 4 om naar de St. Agathakerk aan de Breestraat te gaan. Toen ik de Baanstraat overstak naar de Kloosterstraat riep een fietser mij toe dat er een razzia was. Ik zag echter niets en liep door de Kloosterstraat naar de Begijnenstraat. Aangekomen op de hoek Begijnenstraat/Breestraat zie ik ineens druk verkeer van overvalwagens van de Grüne Polizei - het diepe portiek van de kruidenierszaak Wijnberg & Co (links op de hoek - rechts was de Bazar van de weduwe Burger) bood mij een snelle schuilplaats - terug naar huis toen het rustig geworden was op de Breestraat - om ongeveer 10.30 zie ik de overvalwagens vanaf de Baanstraat de C.H. Moensstraat in komen - de tuin in gevlucht - waarheen? - de achterdeur van de Gereformeerde kerk (C.H. Moensplein 8) stond open - om 10.00 zou daar een dienst begonnen zijn - over de tuinhekken geklommen - de kerk in - alle deuren van binnenuit op slot gedaan - onder een bank gaan liggen - geschreeuw en het geklak van de stalen hakken onder de laarzen rondom de kerk - aan alle deuren wordt gesjord - hoor na verloop van de tijd de auto's verder rijden - ook de laarzen verwijderen zich - langdurige doodse stilte - er is werkelijk niets te horen - omstreeks 12.00 gewaagd de kerk uit te komen en naar huis te gaan.
Dick was bevriend met Jacques Martens die op 29 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd werd.

De heer Dick (Th.A.G.) Koelman woonde op Berkenlaan 16. Op zondagmorgen 16 april belde zijn overbuurman, de heer de Graaff van de Lindenlaan 2, aan en verzocht hem mee te gaan om zich te verbergen in zijn huis. De heer de Graaff was in verband met zijn werk vaak in Duitsland en had regelmatig Duitse soldaten op bezoek. De moeder van de heer Koelman was het er niet mee eens maar Dick is toch met de heer de Graaff meegegaan. Dick kreeg te horen dat er een Razzia gaande was en dat hij zich onder de vloer van het huis van de heer De Graaff moest verstoppen. Hij kreeg een sinaasappel mee en via een luik in een keukenkastje kwam hij onder de vloer en trof daar Luuk van der Veen aan van Lijsterbeslaan 2. Ze hoorden de Duitse soldaten binnenkomen en een kopje koffie drinken bij de heer de Graaff, maar ze werden door hem niet verraden. Op deze wijze zijn ze samen ontkomen aan de Razzia.

Onderstaande van de heer Marsman:
Tijdens de kerkdienst in de Agatha kerk aan de Breestraat deelde de priester mee dat er een Razzia aan de gang was. De jongens die bang waren opgepakt te worden hebben zich in de kerk verstopt totdat alles weer veilig was.
De Razzia in Beverwijk was de eerste Huis aan Huis Razzia in Nederland. Voorheen was men veilig als men in huis was bij een Razzia. Deze werden alléén op straat gehouden.

De heer Marsman woonde met zijn ouders in Wijk aan Zee tot aan de evacuatie in November 1942. Ze zijn toen aan de Rijksstraatweg nr 72 in Heemskerk gaan wonen.

Zondag 16 april 1944 had de heer Marsman een afspraak met zijn neef uit IJmuiden-Oost. Ze hadden afgesproken bij bioscoop de Pont in Velsen-Noord. Ter hoogte van de huidige Kuikensweg, toen Narcissenweg of Jodenweg genoemd, hadden de Duitsers de Alkmaarscheweg afgezet door Duitse vrachtauto’s schuin op de weg te zetten.

De heer Marsman kwam langs het huis van van Zanten. Een meisje riep uit een raam “Terug, Terug” De heer Marsman die al eerder Razzia’s op straat had ontlopen, o.a. bij het station in Haarlem, reageerde direct. Hij draaide zich rustig om en fietste terug naar huis.

De heer Wim de Bie vertelde over een jongen van Jansen:
Ab Jansen woonde aan de Kuikensweg. Hij werd door Duitse soldaat gewaarschuwd “Weg, Weg” en ontkwam zo aan de Razzia.

 

Volgens Sjaak Henneman is Jan Henneman, de broer van Ide en Jaap, niet opgepakt omdat hij zich in een kas op het land verstopt had. Het verhaal gaat dat daar een schuilkelder was die Jan gebruikte als het nodig was.


De heer Henk de Jong vertelde over zijn broer:
Henk kwam op 11 augustus 1944 terug uit Amersfoort met zijn broer Ben op de verjaardag van zijn oudste broer Chris (geboren 11 augustus 1919). Chris was bij de Razzia achter over het balcon uit het huis aan de Jan Vermeyenstraat 3a gesprongen (de zuster van Henk woonde daar met haar man, ze waren uit Velsen-Noord geëvacueerd) en in de Deken Waare straat door andere mensen onder een hoop konijnenmest verstopt. Chris werkte bij Bakkum die ook met de Razzia meegenomen werd.

Joop Antonijsen vertelde:
Henk van Gastel werd door de Duitsers van bed gelicht. Toen Henk de dekens terugsloeg en ze zijn kunstbeen zagen mocht Henk thuis blijven.

Ton Schoo, geboren 1929, vertelde:
Ton woonde aan de Cornelis Matersweg 58. Hij was bij de familie Joosten op nummer 60 tijdens de Razzia. Moeder Joosten vroeg Ton om bij haar te blijven. Haar oudste zoon Piet was boven en zou, gezien z'n leeftijd meegenomen worden. De Duitsers kwamen binnen, zagen 3 zonen in de woonkamer die te jong waren om mee te nemen. Zonder verder het huis te doorzoeken zijn ze verder gegaan. Zo is Piet Joosten aan de Razzia ontkomen.

Ted Duin schreef in zijn boek "Eén verhaal van de 486"
Joop, de broer van Ted werd in zijn been geschoten toen hij zich half onder het hooi verborgen had. Joop was ook naar bioscoop "De Pont" gebracht. Joop werd later uit de groep gehaald en naar het Rode Kruis Ziekenhuis gebracht om verbonden te worden met de boodschap dat hij daarna zou worden opgehaald. Het personeel van het Rode Kruis Ziekenhuis heeft Joop naar een veilige plaats gebracht. Op deze manier is Joop ontkomen aan de Razzia.

De dag na de Razzia in Beverwijk.
Maandag 17 april 1944 was alles weer normaal alleen was Beverwijk bezet door een politiemacht uit Schalkhaar. Dit was een nieuwe politie-eenheid die gekazerneerd was. Een soort Mobile eenheid. De eenheid was gelegerd in een landhuis zuidelijk van Deventer. Ze liepen met karabijnen rond in Beverwijk en hebben op deze wijze de bevolking rustig gehouden.
Er was een samenscholingsverbod. Stond je op straat te praten met een groepje van 3 tot 5 man dan werd je weggestuurd. Ook in winkels mocht je met niet meer dan 3 personen zijn.
Zie de fotokopie van de bekendmaking onder "Monumenten" Monument bij het Station.

Polizeiliches Durchganglager Amersfoort. Zie foto's etc. onder "Kampen" PDA Amersfoort.
De naam van het kamp is in 1943 gewijzigd van PDA in Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort. Het was een dependance van het Oranjehotel in Scheveningen. Doordat de kampadministratie gebruik bleef maken van de oude formulieren waarop het kamp nog als PDA vermeld stond is de naamsverandering waarschijnlijk niet opgevallen.

In dit kamp hadden de Razzia slachtoffers de status van gijzelaar. Nadat Jan Bonenkamp in juni 1944 in Zaandam opgepakt was werden ze niet vrijgelaten maar behandeld als gevangenen. Tussen 16 april 1944 en 11 augustus 1944 zijn 160 jongens die opgepakt waren in Beverwijk en Velsen-Noord vrijgelaten uit Kamp Amersfoort.

Op 28 juni 1944 werden 326 gevangenen uit Beverwijk en Velsen-Noord en 398 gevangenen uit de Merwede en Groningen geselecteerd voor transport naar Duitsland. Het transport vond plaats in de nacht van 6 op 7 juli 1944. Enkele dagen voor deze transportdatum werden de gevangenen alsnog kaalgeknipt.

Op Transport naar Duitsland.
Op 7 Juli 1944 om 02:30 in de ochtend stonden ze in rijen van 4 aangetreden op de appelplaats in afwachting van hun transport. Om 04:30 vertrok de trein van station Amersfoort richting Duitsland. Op station Hengelo werd gestopt. Van Hengelo ging het via Bentheim naar Braunschweig. In Braunschweig werden 94 jongens uit Beverwijk en Velsen-Noord, uit de trein gehaald namelijk allen met een achternaam die begon met een S tot en met een Z. Deze gevangengen werden in Braunschweig en omgeving tewerkgesteld en ondergebracht in kampen in Mascherode bij Braunschweig en Walbeck/Grasleben. De overige 237 gevangenen uit Beverwijk en Velsen-Noord reden door via Halle naar Schkopau waar ze ongeveer 10 dagen verbleven in redelijke barakken.

Kampen in Duitsland.
Van deze 237 Beverwijkers zijn begin augustus 1944 24 jongens doorgezonden naar het kamp in Zöschen, 50 zijn via de kampen in Nietleben, Zöschen en Schafstädt uiteindelijk in Ammendorf terecht gekomen, 94 gevangenen uit Beverwijk en Velsen-Noord zijn op 17 juli 1944 doorgezonden naar het kamp “De Kippe” bij Böhlen (onder Leipzig).
Van de rest van de groep is de exacte verblijfplaats nog niet vastgesteld. Waarschijnlijk zijn ze in de barkakken in Schkopau gebleven en zijn ze bij de BUNA en LEUNA tewerk gesteld. Mogelijk kunnen de archieven in Merseburg uitkomst bieden.

Overleden.
Van de 79 mannen die op transport gesteld zijn naar werkkampen in Braunschweig en omgeving zijn er 2 omgekomen, Meine Postma bij een bombardement en Gerard Wijsman door TBC. Van de 212 mannen uit Beverwijk en Velsen-Noord die naar de ArbeitsErziehungsLagers bij Merseburg en Leipzig getransporteerd werden zijn er 63 aan de gevolgen van ziekte, ondervoeding, mishandeling en bombardementen bezweken.